30 november 2011

Adele - Live At The Royal Albert Hall

Het is bijna december en dus zakt het aantal nieuwe releases als een plumpudding in elkaar. De komende weken daarom vooral vergeten platen, onbekende parels uit de jaarlijstjes (de eerste zijn al weer gesignaleerd) en misschien een enkele kerstplaat. De belangrijkste "nieuwe" releases van deze week komen van twee Britse soulzangeressen. Morgen aandacht voor onbekend werk van Amy Winehouse, die dit jaar helaas definitief ten onder ging aan haar succes en de bijbehorende levenswandel. Vandaag aandacht voor een live-plaat van een zangeres die dit jaar juist tot ongekende hoogten steeg: Adele. De recensies van Adele's concert in Paradiso eerder dit jaar behoren tot de meest positieve concertrecensies die ik het afgelopen jaar heb gelezen. Ik was dan ook heel benieuwd naar Live At The Royal Albert Hall dat deze week als DVD+cd of als Blu-ray+cd in de winkel ligt. Ervaring leert me dat de beeldregistratie na één keer kijken definitief in het doosje verdwijnt, dus ik beperk me tot het geluid. Tijdens haar concert in de fameuze Royal Albert Hall liet Adele zich niet alleen bijstaan door haar band, maar ook door flink wat strijkers. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal fantastisch, maar het belangrijkste wapen van Adele blijft natuurlijk haar stem. Op Live At The Royal Albert Hall heeft Adele nog geen last van de stemproblemen die haar momenteel in de weg zitten en vertolkt ze de songs van haar debuut "19" en het eerder dit jaar verschenen "21" vol vuur. Tussen de songs door babbelt Adele er driftig op los, waarbij ze geen geheim maakt van haar eenvoudige komaf (oftewel, ze vloekt als een bootwerker). Dat is misschien leuk voor een concert, maar met name op de cd zit al het geklets flink in de weg. Desondanks is Live At The Royal Albert Hall een live-registratie die er toe doet. Waar de producers van haar platen de plooien af en toe wel erg glad hebben gestreken, klinkt Live At The Royal Hall puur en eerlijk en vertolkt Adele haar soul zoals niemand anders dit momenteel kan. Eerder dit jaar ging in Paradiso het dak er af en ook het dak van de stokoude Royal Albert Hall komt niet ongeschonden uit de strijd. Omdat de passie er af spat vergeef ik Adele haar wat minder diepgaande gebabbel tussendoor en koester ik Live At The Royal Albert Hall inmiddels als het snoepje van de week. 2011 was op basis van "21" al het jaar van Adele en dit jaar krijgt met deze fraaie live-opnamen alleen maar extra glans. Nu maar hopen dat volgend jaar "22" in de winkel ligt. Erwin Zijleman

29 november 2011

Bob Seger & The Silver Bullet Band - Ultimate Hits: Rock And Roll Never Forgets

Bob Seger is in Nederland nooit erg serieus genomen. Waar Bruce Springsteen in Europa misschien nog wel warmer werd onthaald dan in de Verenigde Staten, werden vrijwel al zijn soortgenoten hier verguisd. Bob Seger en zijn Silver Bullet Band, die we tot deze soortgenoten moeten rekenen, kregen in Europa nooit een poot aan de grond en scoorden slechts met Still The Same en Against The Wind zeer bescheiden hitjes. In Amerika was en is Bob Seger echter een grootheid. Al zijn albums gingen in grote aantallen over de toonbank, flink wat singles werden vette hits, grote zalen en stadions werden moeiteloos gevuld en zijn opname in de Rock And Roll Hall Of Fame was onomstreden. De nu verschenen en uit twee cd’s bestaande verzamelaar Ultimate Hits: Rock And Roll Never Forgets is in de Verenigde Staten dan ook een zeer gewild cadeau voor onder de kerstboom, maar zal in Nederland de zak, sok of boom waarschijnlijk niet vaak halen. Helemaal terecht is dat niet, want na beluistering van Ultimate Hits: Rock And Roll Never Forgets kan ik alleen maar concluderen dat Bob Seger en zijn Silver Bullet Band veel beter zijn dan ik had verwacht. Ultimate Hits: Rock And Roll Never Forgets bestrijkt de hele carrière van Bob Seger. Deze begon halverwege de jaren 60 en is nog altijd niet ten einde gekomen, al is Bob Seger de afgelopen 15 jaar veel minder productief dan in zijn hoogtijdagen. Ultimate Hits: Rock And Roll Never Forgets laat alle kanten van Bob Seger horen. Deze variëren van spierballen rock ’n roll tot modervette rhytm & blues en van ingetogen folksongs tot melancholische countryrock. Bij beluistering van Ultimate Hits: Rock And Roll Never Forgets moest ik heel vaak aan Bruce Springsteen denken, al lijkt de muziek van Bob Seger vanwege diens soulvolle strot meer op die van Southside Johnny & The Asbury Jukes (een van de grote voorbeelden van Springsteen). De kwaliteit van het werk van Bob Seger en zijn band is zoals eerder gezegd opvallend hoog. Seger schreef gedurende zijn hele carrière geweldige songs en vertolkt deze net als Springsteen met hart en ziel. Vergeleken met de muziek van Springsteen is de muziek van Bob Seger wel wat traditioneler, wat misschien verklaart waarom Springsteen de sprong naar Europa wel wist te maken en Bob Seger niet. Liefhebbers van Bruce Springsteen die in dit Springsteen loze jaar (het eerste in jaren) nog wel in zijn voor een portie grootse rock ’n roll zijn bij Bob Seger echter zeker aan het juiste adres. Het is even zoeken waarschijnlijk (de plaat is in Nederland nog niet uit), maar deze zoektocht wordt beloond met twee cd’s vol moois. Erwin Zijleman

28 november 2011

Lisa Hannigan - Passenger

Lisa Hannigan trok een paar jaar geleden aandacht als de achtergrondzangeres van Damien Rice op diens legendarische debuut O en begon hierna aan een solocarrière. Haar debuut Sea Sew werd in 2008 groots onthaald, kreeg zeer positieve recensies en in Engeland zelfs een Mercury Music Prize nominatie, maar sinds de release van haar tweede plaat Passenger, inmiddels al weer een maand geleden, vind ik het (met name in Nederland) opvallend stil rond Lisa Hannigan. Aan de kwaliteit van de plaat zal het niet liggen, want ik vind Passenger persoonlijk nog een stuk beter dan het al zo geprezen debuut. Misschien ligt het aan de toegankelijkheid van de plaat, want vergeleken met Sea Sew is Passenger een veel toegankelijkere plaat die openlijk flirt met invloeden uit de pop. Waar Sea Sew een betrekkelijk sobere en folky plaat was, pakt Passenger hier en daar flink uit met sprankelende popliedjes met opvallende ritmes, een lekker vol klankentapijt en een steeds verder opbouwende spanning. Ik zat en zit op het puntje van mijn stoel bij de songs van Lisa Hannigan nieuwe stijl, maar ben wel blij dat ze haar wat rustigere en meer folky kant niet is vergeten. Passenger bevat ook een paar fluisterzachte folksongs (waaronder een prachtig duet met Ray LaMontagne) die ook op haar debuut hadden kunnen staan. Het contrast tussen de uiterst sobere folksongs aan de ene kant en de speelsere popliedjes aan de andere kant, is wat mij betreft de kracht van Passenger. Het ene moment hoor je muziek die ook van Leslie Feist, Fiona Apple, PJ Harvey of zelfs Florence & The Machine had kunnen zijn, het volgende moment hoor je verstilde folksongs die herinneren aan Sandy Denny, Joni Mitchell of, wat dichter bij het heden, Marissa Nadler. Ondanks de grote veelzijdigheid is Passenger zeker geen allegaartje. Alle songs hebben de prachtige stem van Lisa Hannigan, volgens mij een van de mooiste stemmen uit de popmuziek van het moment, als bindend element en hiernaast drukt Lisa Hannigan op alle songs haar eigenzinnige stempel. Het is lastig om te kiezen tussen de ingetogen fluisterliedjes en de veel uitbundigere popliedjes, maar dat hoeft ook niet. Het ene moment heb je behoefte aan lieflijke luisterliedjes, het volgende moment vraagt de geest juist om avontuurlijke en veelkleurige popsongs. In eerste instantie schakelde ik tussen de songs van mijn keuze, maar Passenger is een plaat die uiteindelijk zelf de regie neemt, waarna de beide Lisa Hannigan varianten je weten te verleiden. Passenger is een plaat vol songs van hoge kwaliteit, die zich weten te onderscheiden door de fraaie instrumentatie en de prachtige vocalen. De sprankelende en trefzekere productie van niemand minder dan Joe Henry is de kers op de taart. Lisa Hannigan maakt met Passenger de enorme belofte van haar debuut meer dan waar en verdient alleen maar lof. Dat deze lof uitblijft is onbegrijpelijk. Erwin Zijleman

27 november 2011

A.A. Bondy - Believers

Een enkeling zal Scott Bondy nog kennen van de grungeband Verbena, die aan het eind van de jaren 90 debuteerde met een plaat waarmee de band op overtuigende wijze in de voetsporen van Nirvana trad, waarna het voor haar tweede plaat niemand minder dan Dave Grohl wist te strikken voor de productie. Sinds het uiteenvallen van de band in 2003 noemt Scott Bondy zich A.A. Bondy en maakt hij sobere singer-songwriter platen. Dat leverde tot dusver twee opvallend sterke, maar helaas slechts in kleine kring omarmde, platen op. Plaat nummer drie, het deze maand verschenen Believers, weet zijn twee voorgangers op alle fronten te overtreffen en mag wat mij betreft best een (bescheiden) meesterwerk worden genoemd. Believers is nog een stuk soberder en donkerder dan zijn voorgangers en kleurt prachtig bij het seizoen. De derde plaat van A.A. Bondy is in meerdere opzichten een bijzondere plaat. Het eerste dat opvalt is de sobere instrumentatie. Gitaar, piano, drums, bas, lap steel en orgel worden slechts spaarzaam ingezet, maar op een of andere manier barst het geluid op Believers van de spanning en dynamiek. Door de fraaie productie van Rob Schnapf (Elliott Smith, Beck, Booker T. Jones) klinkt de plaat atmosferisch en dromerig, maar tegelijkertijd indringend en dreigend. Tenslotte is er nog de rauwe strot van A.A. Bondy, die opvallend goed tot zijn recht komt in de zich langzaam voortslepende songs op Believers. Believers doet me meer dan eens denken aan de platen van Daniel Lanois en de platen die hij produceerde. Ook Believers ontleent zijn kracht voor een belangrijk deel aan de sfeer op de plaat. Het is sfeer die je direct bij de eerste noten in een wurggreep houdt en pas los laat wanneer de laatste noten wegsterven. A.A. Bondy heeft geen toegankelijke popsongs nodig om de luisteraar in te palmen, maar bedwelmt deze met dromerige klanken en betovert hierna met muziek die bol staat van de onderhuidse spanning. Alles wordt met even veel gevoel en bezieling gespeeld en ook de vocalen van A.A. Bondy lopen over van gevoel en emotie, wat de impact van de plaat alleen maar vergroot. Believers opent fris en energiek, maar hierna neemt de nacht het over tot het weer licht wordt. Believers is een betoverend mooie en bijzonder fascinerende plaat die de liefhebbers van dit genre heel snel te pakken zal hebben, maar het indrukwekkende groeiproces moet dan nog beginnen. Ik ben persoonlijk meer een ochtendmens dan een avondmens, maar de lange en donkere nachten van A.A. Bondy zijn voor mij nauwelijks te weerstaan. A.A. Bondy heeft met Believers een meesterwerk afgeleverd dat thuis hoort in de jaarlijstjes. Een van de grootste verrassingen van 2011. Erwin Zijleman

25 november 2011

Kami Thompson - Love Lies

Kinderen van beroemde muzikanten, deel 2. Kami Thompson is de dochter van het legendarische folk-duo Richard en Linda Thompson en de zus van Teddy, die de afgelopen jaren al een aantal bijzonder overtuigende platen uitbracht. Voor zover ik weet is Love Lies het debuut van Kami Thompson en het is een debuut waarmee ze zich, net als haar broer, nadrukkelijk in de kijker speelt. Kami Thompson heeft niet alleen het muzikale talent van haar ouders geërfd, maar ook de niet altijd even zonnige kijk op de wereld in het algemeen en de liefde in het bijzonder. Love Lies is hierdoor een behoorlijk zware en donkere plaat over de pieken en vooral de dalen uit het liefdesleven van Kami Thompson. In muzikaal opzicht beperkt Kami Thompson zich voornamelijk tot folkpop in de ruimste zin van het woord, maar het zijn geen lichtvoetige popliedjes die de jongste Thompson telg ons voorschotelt. Bijgestaan door vader Richard, broer Teddy en de eveneens uit muzikale families afkomstige Martha Wainwright, Lucy Wainwright-Roche en Sean Lennon, schotelt Kami Thompson ons tien indringende songs van. Hiervan schreef ze er negen zelf; de laatste is het van de Beatles bekende en door George Harrison geschreven Don't Bother Me. Hoewel de gastmuzikanten allemaal hun herkenbare steentje bijdragen aan Love Lies trekt Kami Thompson alle aandacht naar zich toe. Ze beschikt net als haar moeder over een emotievolle stem die niet iedereen mooi zal vinden, al moet wel gezegd worden dat de stem van Kami Thompson veel minder weerstand zal oproepen dan die van moeder Linda. Het is een stem die de donkere popliedjes op Love Lies voorziet van extra overtuigingskracht en emotie, waardoor de plaat meer impact heeft dan vergelijkbare platen in het genre. De muziek van Kami Thompson laat zich vanwege de flinke dosis emotie en opgekropte woede niet heel makkelijk vergelijken met de muziek van andere vrouwelijke singer-songwriters. Qua kracht en dynamiek doet de muziek van Kami Thompson me nog het meest denken aan die van PJ Harvey, al opereren beide dames in totaal verschillende genres. Love Lies is inmiddels al een maand uit, maar krijgt tot dusver nauwelijks aandacht. Het heeft waarschijnlijk deels te maken met de vooroordelen waar kinderen van beroemde muzikanten tegen op moeten boksen, al verging het de meeste van haar soortgenoten dit jaar redelijk goed. Laten we het er maar op houden dat Love Lies van Kami Thompson onbewust over het hoofd is gezien vorige maand. Dat de plaat onmiddellijk in de herkansing moet is voor mij zeker, want het debuut van de jongste Thompson telg is er een om in te lijsten. Erwin Zijleman

24 november 2011

Lalah Hathaway - Where It All Begins

Kinderen van beroemde muzikanten, deel 1. Het betoog dat kinderen van beroemde muzikanten het over het algemeen moeilijk hebben laat ik voor de afwisseling maar eens achterwege. De bewering werd een maand of twee geleden al genadeloos gelogenstraft door de geweldige plaat van Adam Cohen (inderdaad, de zoon van Leonard) en nu is het de beurt aan Lalah Hathaway (inderdaad, de dochter van Donny). Voor een ieder die het niet weet of is vergeten: Donny Hathaway maakte aan het begin van de jaren 70 een aantal geweldige soulplaten en groeide in no-time uit tot de groten in het genre. Hij overleed echter op slechts 33-jarige leeftijd door een met mysterie omgeven zelfmoord en schaarde zich hiermee in een illuster rijtje te vroeg overleden soulzangers (Sam Cooke, Otis Redding, Marvin Gaye). Dochter Lalah debuteerde al in 1990 met een prima titelloos debuut, dat warm werd onthaald door de critici. Dit debuut werd in 1994 gevolgd door een eveneens uitstekende tweede plaat, waarna het ruim tien jaar stil was rond de Hathaway telg. Het nu verschenen Where It All Begins is pas de vijfde plaat van Lalah Hathaway in 21 jaar tijd. Heel erg bekend is Lalah Hathaway daarom niet en dat is jammer. Haar vorige platen waren immers van een behoorlijk hoog niveau en dat geldt ook weer voor Where It All Begins. De inmiddels 42 jaar oude Lalah klinkt op haar vijfde plaat als een doorleefde soulzangeres die in meerdere genres uit de voeten kan. Where It All Begins is hierdoor veel meer dan een klassieke souplaat of Neo-soulplaat. Op Where It All Begins gaat Lalah Hathaway net zo makkelijk aan de slag met 70’s soul, funk en disco als met jazz, rock en hedendaagse R&B. Dat ze vader Donny niet is vergeten blijkt niet alleen uit de cover art (een collage van Donny Hathaway’s platenhoezen), maar ook uit een fraaie vertolking van zijn laatste single You Were Meant For Me. Where It All Begins bestaat verder uit covers en eigen songs en valt op door een behoorlijk zwaar aangezette productie, met moddervette bassen en loodzware synths. Het is een productie waarin de meeste zangeressen zouden verzuipen, maar Lalah Hathaway blijft dankzij haar fantastische soulstem moeiteloos overeind. Ik geef eerlijk toe dat ik Where It All Begins in eerste instantie wat teveel van het goede vond, maar op een gegeven moment had Lalah Hathaway me toch te pakken en heb ik haar de soms wat overdadige productie en instrumentatie vergeven. Sindsdien is Where It All Begins een soulplaat met lef en allure; een van de weinige in het genre dit jaar en daarom absoluut een aanrader. Erwin Zijleman

23 november 2011

R.E.M. - Part Lies, Part Heart, Part Truth, Part Garbage: 1982-2011

In september kondigde de Amerikaanse band R.E.M. haar afscheid aan. Hoewel een afscheid na een carrière van 31 jaar nooit helemaal onverwacht kan komen, was de timing opmerkelijk. De band uit Athens, Georgia, zat na de successen van Out Of Time en Automatic For The People jarenlang in een flinke dip en leverde tussen 1998 en 2008 een aantal platen af die de band onwaardig waren, met het dramatische Around The Sun als triest dieptepunt. Met het in 2008 verschenen Accelerate en het eerder dit jaar uitgebrachte Collapse Into Now was R.E.M. echter weer op de goede weg, wat werd onderstreept door een uitstekende live-plaat (Live At The Olympia) en een bijzonder succesvolle tournee. De onlangs verschenen compilatie Part Lies, Part Heart, Part Truth, Part Garbage: 1982-2011 is de eerste release na het uiteenvallen van de band en het zal vast niet de laatste zijn. Voor de fans van het eerste uur (waartoe ik mezelf ook reken), is deze nieuwe verzamelaar interessant vanwege de drie nieuwe tracks die er op staan. Het zijn tracks die wat mij betreft onderstrepen dat R.E.M. nog het volste bestaansrecht had, wat impliceert dat het afscheid te vroeg is gekomen. Voor een ieder die de band minder goed kent, is dit de eerste verzamelaar die de complete carrière van R.E.M. omvat. We horen de enerverende beginjaren, de muziek die zorgde voor eerste erkenning, de grote successen, de diepe dalen en de onverwachte wederopstanding. Op iedere verzamelaar valt wel wat af te dingen en zo ontbreken er ook op Part Lies, Part Heart, Part Truth, Part Garbage: 1982-2011 wel een aantal tracks die eigenlijk niet hadden mogen ontbreken (waaronder redelijk succesvolle singles als Can’t Get There From Here, Radio Song, Drive, Daysleeper en E-Bow The Letter) en staan er ook wel wat tracks op die niet heel essentieel zijn, al zijn dat er niet veel. In grote lijnen is Part Lies, Part Heart, Part Truth, Part Garbage: 1982-2011 echter een prachtige verzamelaar. In 40 chronologisch gesorteerde tracks hoor je mooi hoe de band zich ontwikkelde van een alternatieve gitaarband tot een van de grootste bands van de jaren 90, om vervolgens via een diepe val weer terug te keren naar de basis. De echte fan moet het zoals gezegd doen met slechts drie nieuwe tracks, maar ook de hink-stap-sprong door het imposante oeuvre van de band, die je zelf niet 1-2-3 zou verzinnen heeft zijn meerwaarde. Voor een ieder die niet bekend is met het volledige oeuvre van R.E.M. is Part Lies, Part Heart, Part Truth, Part Garbage: 1982-2011 niet alleen 40 tracks lang muziekles, maar ook de start van veel meer moois uit de rijke catalogus van R.E.M. Erwin Zijleman

22 november 2011

Ed Laurie - Cathedral

De veelbelovende jonge singer-songwriters schieten in Engeland momenteel als paddenstoelen uit de grond. Vorige week stond ik nog stil bij het debuut van de bijzonder succesvolle Ed Sheeran en nu rammelt er al weer een andere Ed aan de poort. Na beluistering van Ed Laurie’s debuut Cathedral durf ik wel te voorspellen dat hij het commerciële succes van de andere Ed niet zal weten te evenaren, maar dat betekent niet dat Ed Laurie geen goede plaat heeft gemaakt. Net als Ed Sheeran laat Ed Laurie zich nadrukkelijk inspireren door singer-songwriter muziek uit vervlogen tijden, maar waar de eerste hier telkens een lekker in het gehoor liggende draai aan geeft, kiest de tweede voor de diepgang en het experiment. Cathedral is een plaat vol songs die zich niet heel makkelijk laten doorgronden. Het is een plaat die direct bij eerste beluistering mooi is, maar het effect van de songs vervliegt snel en houdt pas wat langer stand wanneer je Cathedral vaker hebt gehoord. Dan blijkt eigenlijk pas hoe knap de songs van Ed Laurie in elkaar zitten en hoe origineel de invloeden zijn die hij verwerkt. Bij beluistering van Cathedral moest ik in eerste instantie vooral denken aan de vroege platen van Van Morrison, Nick Drake en Leonard Cohen, maar hier wil ik inmiddels uiteenlopende namen als Jacques Brel, Marc Almond, José González, Scott Walker, Jim Morrison en Jeff Buckley aan toe voegen. Het is overigens een lijstje namen dat nog verre van compleet is. Cathedral werd in het Noord-Italiaanse Bolzano opgenomen met lokale muzikanten en dan hoor je. De muziek van Ed Laurie bevat flink wat mediterrane invloeden, maar schuwt ook invloeden uit het Midden-Oosten niet. Het zijn subtiele invloeden, want in vrijwel alle songs staan de akoestische gitaar en de bijzondere stem van Ed Laurie centraal. De sobere muzikale basis past uitstekend bij de zeer expressieve vocalen van Ed Laurie en wordt afwisselend omhoog getrokken door strijkers, blazers en gitaren, waardoor de plaat alle kanten op schiet. In een aantal gevallen slaat Ed Laurie wat mij betreft net wat teveel door richting barokke bombast, maar de meeste van zijn songs zijn betoverend mooi en worden alleen maar mooier. Omdat Cathedral een plaat is die om gewenning vraagt is de kans dat deze plaat uiteindelijk over het hoofd wordt gezien levensgroot. Dat zou zonde zijn. Cathedral is immers niet alleen een bijzonder en kwalitatief hoogstaand debuut, maar het is bovendien de voorbode van een meesterwerk, want dat heeft Ed Laurie in zich. Cathedral bevat hiervoor nog net wat teveel losse eindjes en scherpe randjes, maar memorabel is dit debuut absoluut. Erwin Zijleman

21 november 2011

The Rolling Stones - Some Girls, Deluxe Edition

Some Girls was misschien niet mijn eerste kennismaking met de muziek van The Rolling Stones, maar het was wel de eerste Stones plaat die ik zelf kocht van de zuur verdiende centen van mijn eerste bijbaantje. De beslissing om de plaat in huis te halen werd voor een belangrijk deel getriggered door de opvallende en omstreden LP hoes, maar het duurde niet lang voordat de plaat ook in muzikaal opzicht impact kreeg. In de jaren die volgden zou het rijtje Rolling Stones in mijn platenkast flink uitdijen, maar Some Girls is voor mij altijd een bijzondere Stones plaat gebleven. De in 1978 verschenen plaat is nu opnieuw uitgebracht in een luxe editie met bonusdisc en een extra luxe editie met ook nog een DVD en een boek. Het was even geleden dat ik Some Girls voor het laatste volledig had gehoord, maar direct bij de eerste noten van Miss You viel alles weer op zijn plaats. Ik vind Some Girls nog altijd een van de meest fascinerende Stones platen en dat is veel meer dan jeugdsentiment. Some Girls verscheen in een periode waarin punk en disco de popmuziek domineerden. Een paar jaar eerder waren de Stones nog helden en rebellen, maar na de doorbraak van de punk waren het opeens ouwe lullen die belegen muziek maakten. Het was een klap in het gezicht die veel grote bands niet te boven zouden komen, maar de Stones sloegen met Some Girls nog veel harder terug. Met Some Girls slaagden de Rolling Stones er voor de zoveelste keer in om zich te vernieuwen. Opener Miss You sluit naadloos aan bij de opmars van de discomuziek, terwijl songs als Respectable en Shattered het rockgeluid van de Stones voorzagen van een punky attitude. Some Girls is zeker niet zo constant als de klassiekers die de Stones aan het eind van de jaren 60 en het begin van de jaren 70 maakten, maar de plaat bevat wat mij betreft meer dan voldoende memorabele tracks, waaronder tot Stones klassiekers uitgegroeide tracks als Miss You en Beast Of Burden, en voldoende vernieuwingsdrang om een plekje tussen de Stones klassiekers te rechtvaardigen. De bij de reissue gevoegde bonusdisc laat horen dat de Stones tijdens de opnamen van Some Girls in een blakende vorm staken. De tracks op de bonusdisc zijn geen van allen zo essentieel als de uitschieters op Some Girls, maar zijn het beluisteren meer dan waard. Het is wat dat betreft verbazingwekkend dat de Stones na Some Girls geen echt memorabele plaat meer zouden maken (Tattoo You uit 1981 wordt door de meeste critici geprezen, maar is wat mij betreft niet meer dan een matig geslaagde poging om het Stones geluid uit de vroege jaren 70 nieuw leven in te blazen), wat verder bijdraagt aan de magie die Some Girls omgeeft. De nieuwe editie van Some Girls is wat mij betreft dan ook verplichte kost voor een ieder die de plaat nog niet kent. Liefhebbers kiezen voor de luxe editie, de echte fan voor de extra luxe editie. De beste optie vind ik dit keer de nieuwe vinyl-versie van Some Girls, want dit is nou typisch zo’n plaat die vanaf LP het beste tot zijn recht komt en niet alleen vanwege de hoes. Erwin Zijleman

20 november 2011

Richard Buckner - Our Blood

In rootskringen worden de platen van de uit San Francisco afkomstige singer-songwriter Richard Buckner al vele jaren gerekend tot de smaakmakers in het genre, maar heel beroemd is hij er tot dusver niet mee geworden. Ik ken Richard Buckner zelf inmiddels een jaar of tien en ontdekte hem ooit via het uit 2000 stammende The Hill. Het is een plaat die zeker niet wordt gerekend tot zijn beste platen (het is eerder zijn slechtste), maar de plaat maakte op mij meer dan voldoende indruk om de singer-songwriter te omarmen. Sinds het uitstekende Meadow uit 2006 is het een lange tijd stil geweest rond Richard Buckner. Hij werkte aan een aantal projecten die uiteindelijk niet van de grond kwamen, raakte een album kwijt door diefstal van zijn laptop, had te maken met uit elkaar vallende apparatuur en zat hiernaast ook nog eens enige tijd (ten onrechte) achter de tralies als verdachte in een moordzaak. Richard Buckner heeft nooit bekend gestaan om zijn opgewekte levenswandel, maar op zijn nieuwe plaat Our Blood is goed te horen dat hij de afgelopen jaren een flinke knauw heeft gekregen. Our Blood is een aardedonkere plaat met een serie songs waar je het leed eindeloos van af kunt scheppen. De meeste songs op Our Blood zijn uiterst sober, maar wel bijzonder smaakvol gearrangeerd. De basis van de plaat wordt gevormd door Buckner’s fraaie en bij vlagen stevige gitaarspel en zijn mooie warme en doorleefde stem, maar de fraaie accenten van onder andere piano, orgel en keyboards, pedal steel (bespeeld door de van New Riders Of The Purple Sage bekende Buddy Cage) en een paar bijzonder trefzekere klappen op de drums (door Sonic Youth’s Steve Shelly) zijn minstens even belangrijk. De meeste songs op Our Blood passen in de hokjes country en folk en klinken behoorlijk traditioneel, maar op een of andere manier klinken de songs van Richard Buckner totaal anders dan die van de meeste van zijn soortgenoten. Dat heeft aan de ene kant te maken met de enorme doorleving en bezieling die Buckner in zijn songs legt, maar ook de al eerder gememoreerde muzikale accenten dragen bij aan zijn unieke, vaak wat spookachtige, geluid. Na alles wat hem de afgelopen jaren is overkomen kun je het alleen maar te doen hebben met Richard Buckner, maar wat levert het mooie en indrukwekkende muziek op. Our Blood snijdt je van de eerste tot de laatste noot door de ziel en heeft alles wat een plaat in dit genre moet hebben. Op basis van zijn eerdere platen is Richard Buckner uitgegroeid tot een cultartiest, maar op basis van het gebodene op Our Blood verdient hij wat mij betreft een plekje in de eregalerij. Iedereen die nog zoekt naar een van de beste en meest indrukwekkende rootsplaten van 2011 moet Our Blood maar eens opzoeken. Erwin Zijleman

18 november 2011

Kate Bush - 50 Words For Snow

Ik had er heel lang naar uitgekeken, maar wat viel het tegen. Zes jaar na haar verrassende comeback plaat Aerial zou Kate Bush eerder dit jaar een plaat met nieuw werk uitbrengen. Toen Director’s Cut eenmaal in de winkel lag bleek het echter niet veel meer dan wat opgewarmde kliekjes. Het waren ook nog eens kliekjes, waarvan de smaak in de meeste gevallen flink tegen viel. Vorige maand was er opeens sprake van een echt nieuwe plaat van Kate Bush en dit keer zou het gaan om een kerstplaat. Niet iets om vrolijk van te worden, want buiten de kerstplaat van Phil Spector ken ik er eigenlijk niet een die de moeite waard is. 50 Words For Snow ligt deze week in de winkel en is gelukkig geen kerstplaat geworden. 50 Words For Snow is een conceptplaat over sneeuw en blijft ver verwijderd van kerstbomen, rendieren en de kerstman. 50 Words For Snow bevat slechts 7 tracks, maar duurt bij elkaar iets meer dan een uur. De kortste track op de plaat duurt bijna 7 minuten, de langste bijna 14 minuten. 50 Words For Snow is een typische Kate Bush plaat, al is de plaat heel ver verwijderd van de plaat (The Kick Inside) waarmee ze in 1978 doorbrak. Vergeleken met haar debuut klinkt de stem van Kate Bush op 50 Words For Snow behoorlijk anders. Waar op The Kick Inside de hoge noten domineerden, zingt Kate Bush op 50 Words For Snow behoorlijk laag. Ook in instrumentaal opzicht is er het een en ander veranderd. Op de meeste van haar vorige platen trok Kate Bush graag van alles uit de kast, maar op 50 Words For Snow heeft ze meestal genoeg aan haar piano en gebruikt ze van de toetsen vooral die aan de linkerkant. Het maakt van 50 Words For Snow een sobere en stemmige plaat die prachtig kleurt bij het seizoen. De meeste songs op 50 Words For Snow zijn niet erg toegankelijk. Veel songs slepen zich uiterst langzaam voort, ontberen een hele duidelijke structuur en liggen deels op het terrein van de klassieke muziek. 50 Words For Snow is daarom een plaat waar je voor moet gaan zitten en waarvoor je de tijd moet nemen, maar daarvan krijg je zeker geen spijt. 50 Words For Snow is een plaat die zich langzaam opdringt, maar ondanks de complexe structuren duurt het niet heel lang voor de plaat je dierbaar is, zeker als de muziek van Kate Bush in het verleden ook effect op je had. Zoals gezegd zijn het pianospel en de stem van Kate Bush de belangrijkste ingrediënten op 50 Words For Snow, maar steeds wanneer de plaat iets in dreigt te zakken, zetten een jazzy ritmesectie, dreigende strijkers, uithalende gitaren (van Andy Fairweather Low) en donkere elektronica de songs weer op de rails. 50 Words For Snow is een voornamelijk ingetogen plaat met een aantal buitenbeentjes. Het eerste is het Oosters aandoende Wild Man, het tweede het behoorlijk toegankelijke duet met Elton John (Snowed In At Wheeler Street), het derde de juist behoorlijk ontoegankelijke en gejaagd klinkende titelsong met spoken word van Stephen Fry. Al met al is 50 Words For Snow een mooie en intrigerende plaat, waarmee Kate Bush zich op indrukwekkende wijze revancheert voor het teleurstellende Director’s Cut. Director’s Cut was achteraf bezien niet meer dan een overbodige voetnoot in het oeuvre van Kate Bush. 50 Words For Snow is daarentegen een zeer waardevolle aanvulling op dit unieke oeuvre. De Britse meteorologen voorspellen nog altijd een bijzonder strenge winter. Kate Bush zorgt met 50 Words For Snow voor de perfecte soundtrack. Een prachtige en indrukwekkende plaat. Erwin Zijleman

17 november 2011

Real Estate - Days

Het aanbod in de hoek Amerikaanse indierock en indiepop is op het moment zo groot dat er teveel leuke platen op de stapel blijven liggen. Dat is jammer, want er zitten een aantal echte pareltjes tussen. Neem nu Days van Real Estate. Zodra de eerste noten van de plaat uit de speakers komen stijgt de gevoelstemperatuur met een graad of 20 en is het opeens weer lente. Days opent met een heerlijk gitaarloopje, een prachtige melodie en honingzoete harmonieën. Het is muziek die een brug slaat tussen de muziek van alternatieve Amerikaanse gitaarbands als Yo La Tengo en The Feelies en Britse bands als The La’s en The Smiths. Real Estate bracht een jaar of twee geleden al een veelbelovend (en helaas grotendeels genegeerd) debuut uit, maar is op Days volwassen geworden. De muziek op Days klinkt zonnig, dromerig en zorgeloos, maar heeft toch ook een eigenwijs randje. De muziek betovert hierdoor onmiddellijk met bijna hypnotiserende klanken, maar heeft ook voldoende te bieden om op de wat langere termijn interessant te blijven. Days is een plaat vol contrasten. Aan de ene kant klinkt de muziek van de band uit Brooklyn zo vanzelfsprekend en zo bekend dat je je afvraagt wat Real Estate nog toevoegt aan alles dat er al is. Aan de andere kant zet de band je zo vaak op het verkeerde been dat van vanzelfsprekendheid geen sprake is en de meerwaarde evident is. Dit geldt voor de vol klinkende gitaarlijnen die soms in de buurt komen van die van Johnny Marr, maar ook raken aan die van The Feelies uit hun eigenzinnige beginjaren, het geldt voor de soms verraderlijke tempowisselingen, het geldt voor de soms complexe maar tegelijkertijd dromerige zanglijnen en het geldt voor de bij vlagen complexe en repeterende songstructuren. Het geeft de prachtige gitaarliedjes van Real Estate alleen maar meer zeggingskracht. Days van Real Estate is een plaat waar de liefhebber van gitaarbands heel erg vrolijk van wordt en vooralsnog neemt de impact van de plaat alleen maar toe. In eerste instantie vond ik het vooral heel erg leuk, maar zo langzamerhand raak ik er steeds meer van overtuigd dat we hier te maken hebben met een jaarlijstjesplaat. Days van Real Estate is een plaat die vast niet alleen bij mij op de stapel is blijven liggen of op een lijstje is blijven staan. Ga snel luisteren en voorkom dat je een van de leukere gitaarplaten van 2011 over het hoofd ziet. Erwin Zijleman

16 november 2011

Brett Anderson - Black Rainbows

Hoewel de band inmiddels weer bestaat en druk aan het touren is, is Suede voor mij toch vooral een band uit de jaren 90. In dit decennium maakte de Britse band drie geweldige platen: Suede (1993), Dog Man Star (1994) en Coming Up (1997); alle drie klassiekers uit de geschiedenis van de Britpop en eerder dit jaar opnieuw uitgebracht in zeer fraaie luxe versies. De twee platen die volgden (Head Music uit 1999 en A New Morning uit 2002) waren duidelijk minder goed, waardoor het uit elkaar vallen van de band na A New Morning niet als een verrassing kwam. Sinds 2007 verrast zanger Brett Anderson ons zo nu en dan met een soloplaat. Nu zijn de soloplaten van zangers van grote bands over het algemeen niet om over naar huis te schrijven, maar die van Brett Anderson vind ik tot dusver verrassend goed. Op zijn titelloze debuut uit 2007 nam Anderson met persoonlijke en intieme songs direct al enige afstand van het geluid van Suede en die lijn werd verder doorgetrokken op het uiterst sobere en door de piano gedragen Wilderness uit 2008 en het smaakvol georkestreerde Slow Attack uit 2009. Op een moment dat de speculaties over een nieuwe Suede album steeds heviger worden, komt Brett Anderson op de proppen met zijn vierde soloplaat, Black Rainbows. Direct bij eerste beluistering wist ik al dat dit de beste soloplaat is die Brett Anderson tot dusver heeft gemaakt. Hoewel ik de wat meer ingetogen muziek van Brett Anderson zeer wist te waarderen, komt zijn stem (het is er overigens nog steeds een waar je van moet houden) toch het best uit de verf in wat steviger aangezette muziek. Black Rainbows heeft een deel van de intimiteit van zijn drie voorgangers behouden, maar schuift in muzikaal opzicht weer voorzichtig op in de richting van de met glamrock doorspekte Bripop die Suede in haar hoogtijdagen maakte. Het is een fraaie combinatie die het beste van beide werelden weet te verenigen. Black Rainbows heeft de grandeur van de eerste platen van Suede, maar ook het persoonlijke en intieme van de soloplaten van Brett Anderson. Het levert een serie songs op die niet alleen heerlijk blijven hangen, maar ook wat te bieden hebben. Het zijn bovendien songs die vooralsnog maar aan kracht blijven winnen. Met Black Rainbows bewijst Brett Anderson niet alleen dat er een leven na Suede is, maar laat hij ook horen dat de reünie van de band best een plaat op kan leveren die kan tippen aan de drie meesterwerken uit een inmiddels ver verleden. Na Black Rainbows kijk ik toch wel met enige nieuwsgierigheid uit naar de nieuwe cd van Suede, al lijkt het me uitgesloten dat deze net zo goed is als het in alle opzichten uitstekende Black Rainbows. Erwin Zijleman

15 november 2011

Mayer Hawthorne - How Do You Do

Ruim twee jaar geleden eindigde ik mijn recensie van Mayer Hawthorne’s debuut A Strange Arrangement met de volgende zinnen: “Of A Strange Arrangement een plaat is waar heel druk over moet worden gedaan weet ik nog niet, maar ik weet wel dat dit een plaat is die zorgt voor een buitengewoon aangenaam en verfrissend muzikaal half uurtje. Soms is dat gewoon genoeg.”. Het zijn zinnen die in grote lijnen ook van toepassing zijn op de man’s tweede plaat How Do You Do. De muzikale betovering van Mayer Hawthorne duurt dit keer bijna 40 minuten en de muzikale accenten die hij aanbrengt zijn net iets anders dan op het debuut, maar de uitwerking van de plaat is vrijwel identiek. How Do You Do is een plaat waar je heel vrolijk van wordt of je dit nu wilt of niet. Ook dit keer citeert Mayer Hawthorne weer rijkelijk uit de archieven van de zwarte muziek en vertolkt hij deze muziek met een strot die opvallend zwart klinkt voor iemand met een blanke huid. Hawthorne kent nog altijd zijn klassiekers, maar gaat in tegenstelling tot zijn meeste Neo-soul collega’s verder dan slechts het reproduceren van de muziek uit de hoogtijdagen van de soul. How Do You Do klinkt hierdoor zowel authentiek als eigentijds en dat is knap. Vergeleken met A Strange Arrangement hebben de 60s invloeden (Motown, Stax) op How Do You Do wat aan terrein verloren ten gunste van invloeden uit de 70s soul en disco, maar heel groot zijn de verschillen niet. Wel is How Do You Do mooier geproduceerd dan zijn voorganger, waardoor zowel de instrumentatie als de stem van Mayer Hawthorne beter uit de verf komen. De songs op How Do You Do variëren van heerlijk lome ballads tot energieke funky up-tempo songs, waarbij de nadruk de ene keer wat meer in het verleden en de andere keer wat meer in het heden ligt. Door de bijdragen van niemand minder dan Snoop Dogg zal How Do You Do hopelijk wat meer aandacht trekken dan het debuut, maar op zich heeft Mayer Hawthorne de steun van iemand als Snoop Dogg helemaal niet nodig. Waar de concurrentie in het vrouwelijke segment van de Neo-soul moordend is, is er bij de mannen volop ruimte voor wat extra talent. Een van de vacatures naast onder andere Cee Lo Green, Jamie Lidell en Aloe Blacc wordt op basis van het gebodene op How Do You Do op overtuigende wijze opgeëist door Mayer Hawthorne. How Do You Do is een eerste klas feel good plaat met inhoud. Een must voor een ieder die de (Neo-)soul een warm hart toedraagt. Erwin Zijleman

14 november 2011

Ed Sheeran - +

Het debuut van de Britse singer-songwriter Ed Sheeran was de afgelopen weken niet aan te slepen in Engeland; een tegenwoordig redelijk zeldzaam verschijnsel in de muziekbusiness. Deze week verschijnt “+” in Nederland en ik verwacht dat het debuut van de Brit ook hier zijn weg naar een heel groot publiek zal weten te vinden. Ik had voor beluistering van + alleen de hitsingle The A Team gehoord en vond deze eigenlijk niet eens zo heel bijzonder. The A Team is absoluut een lekker in het gehoor liggende song, zoals ook Beautiful van James Blunt dat was tot het compleet werd stuk gedraaid, maar opzienbarend is het zeker niet. + opent met The A Team, maar ik vind eigenlijk alle songs die volgen beter. Ed Sheeran toont zich op zijn debuut niet alleen een kundig songwriter en overtuigend zanger, maar blijkt ook niet bang om buiten de gebaande paden te treden. Ed Sheeran maakt op + in veel gevallen traditioneel aandoende singer-songwriter muziek, maar is ook niet vies van experimenten met ritmes die je normaal gesproken alleen in de hiphop en dubstep hoort of flirts met de pure pop die door tienermeisjes wordt geadoreerd. Wanneer Ed Sheeran zich buiten de gebaande paden begeeft, past hij niet alleen de instrumentatie aan, maar gaat hij ook anders zingen. De ene keer stort hij met een bijna getergde stem zijn leed over je uit of verleidt hij met een fluisterstem, maar Ed Sheeran kan ook flink wat soul in zijn stem leggen of spuugt zijn woorden zo snel uit dat hij voorzichtig rappers naar de kroon steekt. Omdat het allemaal zo verschrikkelijk aangenaam klinkt, lijkt + lange tijd een plaat die aardig maar ook wat gewoontjes is. Nu ik + een paar keer heb gehoord vind ik het echter al lang niet meer gewoontjes. Ed Sheeran doet op + hele spannende dingen en verpakt deze vervolgens in songs met hitpotentie of in uiterst sobere singer-songwriter songs. Ed Sheeran vertolkt zijn songs met zoveel gevoel en passie dat ik niet het idee heb dat het grote succes dat hem momenteel ten deel valt van te voren bedacht is. Ed Sheeran doet op + precies waar hij zelf zin in heeft en heeft hier toevallig succes mee. De muziek van Ed Sheeran doet me meer dan eens denken aan die van James Blunt voordat deze ten prooi viel aan de commercie en gewoon goede muziek maakte, maar ook Damien Rice, Davit Kitt, David Gray en zelfs Craig David vormen zinvol vergelijkingsmateriaal. Dat Ed Sheeran in commercieel opzicht behoort tot de uitschieters van 2011 is inmiddels zeker, maar ook in artistiek opzicht is zijn debuut + veel interessanter dan de serieuze muziekliefhebber op basis van The A Team zal vermoeden. Erwin Zijleman

13 november 2011

Caged Animals - Eat Their Own

Caged Animals is een soloproject van de Amerikaan Vincent Cacchione, die ook deel uit maakt van de mij onbekende band Soft Black. De eerste plaat van Caged Animals, Eat Their Own, werd voor het grootste deel thuis in elkaar geknutseld en is een hele knappe, leuke en interessante plaat. Caged Animals maakt muziek die aan van alles en nog wat doet denken, maar het aantal namen dat je kunt noemen bij beluistering van het debuut van de Amerikaan is zo groot dat uiteindelijk geen enkele naam stand houdt. De muziek van Caged Animals is een vreemde mix van elektronica met incidenteel wat overgestuurde gitaren, gegoten in heerlijk dromerige popsongs die vaak een aantal decennia terug gaan in de tijd. Eat Their Own wordt tot dusver vooral in het hokje dreampop geduwd, maar de muziek van Caged Animals past net zo goed in hokjes als psych-pop, postpunk, synthpop, indiepop en zo kan ik er nog wel wat noemen. Laten we het er maar op horen dat de veelzijdige en vaak wat ongrijpbare popmuziek va Caged Animals niet goed in een hokje is te duwen. Toch is Eat Their Own een hele toegankelijke plaat. Vrijwel alle songs op de plaat hebben niet veel tijd nodig om te overtuigen en betoveren met mooie elektronische klankentapijten, heerlijk lome (falset) zang, honingzoete melodieën en heel veel verrassende wendingen. Caged Animals maakt muziek waarbij het heerlijk wegdromen is, al wordt je ook steeds weer ruw wakker geschud door al het avontuur op de plaat. Eat Their Own bevat voornamelijk lichtvoetig klinkende popmuziek, maar het blijkt bij herhaalde beluistering een behoorlijk zware plaat, waarop Vincent Cacchione het overlijden van zijn vader, de ziekte van zijn moeder en de nodige nachtmerries probeert te overwinnen. Deze zware ondertoon maakt de muziek van Caged Animals alleen maar interessanter en indrukwekkender. Het feit dat de muziek van Caged Animals zo lastig in een hokje is te duwen en je zo vaak op het verkeerde been zet, verkleint de kans op commercieel succes waarschijnlijk flink, maar liefhebbers van avontuurlijke popmuziek moeten deze plaat echt eens gaan beluisteren. Het valt niet mee om heel veel zinnigs over Eat Their Own van Caged Animals te zeggen, maar laat de muziek van Vincent Cacchione spreken en de kans op betovering is bovengemiddeld groot. Bijzondere plaat! Erwin Zijleman

11 november 2011

Manic Street Preachers - National Treasures: The Complete Singles

Zin in een leuk plaatje voor het weekend? Ik krijg momenteel geen genoeg van National Treasures van de Manic Street Preachers. De uit twee cd’s bestaande plaat heeft als ondertitel The Complete Singles en dat is een vlag die de lading uitstekend dekt. National Treasures is niet de eerste verzamelaar van de Manic Street Preachers, maar wel de eerste waarop alle singles van de band zijn terug te vinden, inclusief een gloednieuwe single. De Manic Street Preachers maakten de laatste paar jaar een aantal platen die veel beter waren dan de critici suggereerden, maar het creatieve hoogtepunt van de band ligt al enige tijd achter ons. Op de eerste cd van National Treasures hoor je de singles van een indieband die langzaam maar zeker doorbreekt naar een groot publiek en hierbij de nooit opgehelderde verdwijning van gitarist Richey Edwards moet verwerken. Op de tweede cd hoor je een grote en succesvolle band die niet bang is voor het spelen in stadions. De songs van This Is My Truth Tell Me Yours uit 1998, die op de tweede cd zijn te vinden, vind ik misschien wel het mooist van allemaal, maar hierna zakt het niveau toch wel wat in. De eerste cd is daarentegen van een constant en geweldig hoog niveau. Van de vroege singles als Motown Junk en Motorcycle Emptiness tot grootse songs als A Design For Life en Everything Must Go; het is allemaal even mooi en imponerend. Toch is het niet onverstandig om ook af en toe de tweede cd van deze verzamelaar een kans te geven. Allereerst om geweldige songs als If You Tolerate This Your Children Will Be Next, The Everlasting en You Stole The Sun From My Heart van This Is My Truth Tell Me Yours weer eens te horen, maar ook om langzaam maar zeker te ontdekken dat de Manic Street Preachers ook na 2000 nog muziek hebben gemaakt die er toe deed en toe doet. National Treasures is een prachtig carrière overzicht van een van de grotere Britse bands van de afgelopen twintig jaar. Het is een overzicht dat goed laat horen hoe geweldig de band ooit was, maar bewijst bovendien dat we de Manic Street Preachers de afgelopen jaren te vroeg hebben afgeschreven, waardoor National Treasures de band niet alleen bewierookt, maar ook recht doet. Geen nieuws voor de echte fan misschien, maar ik heb er momenteel heel veel plezier van en ben vast niet de enige. Erwin Zijleman

10 november 2011

Birdy - Birdy

Birdy is het alter ego van de Britse Jasmine van den Bogaerde. Als dochter van een concertpianiste kon ze al op zeer jonge leeftijd uitstekend uit de voeten op de piano en op haar twaalfde won ze een in Engeland zeer populaire talentenjacht. Jasmine is inmiddels 15 en debuteert deze week met een titelloos debuut dat, met name in Engeland, zeer stevig gehyped wordt. Ik begon zonder de bovenstaande voorkennis aan de beluistering van het debuut van Birdy en dat is misschien maar goed ook. Meisjes van 15 die volwassen platen maken; van mij hoeft het eerlijk gezegd niet. Desondanks heb ik zeer genoten van het debuut van Birdy, want dit meisje van 15 heeft smaak en talent. Heel veel talent. Het debuut van Birdy staat vol met covers. De cover van Ed Sheeran’s The A Team, die momenteel vaak op de radio is te horen, staat er vreemd genoeg niet op, maar er blijft genoeg te genieten over. Birdy heeft gekozen voor een serie covers die je eigenlijk niet verwacht van een meisje van haar leeftijd, waaronder Bon Iver’s Skinny Love, White Winter Hymnal van Fleet Foxes, Young Blood van The Naked & Famous, The Xx’s Shelter en Terrible Love van The National. Ondanks het feit dat een blik bekende Britse en Amerikaanse producers werd open getrokken voor het debuut van Birdy, is het een sobere en intieme plaat geworden. Veel songs moeten het doen met slechts het fraaie pianospel van Birdy en haar bijzondere stem. Birdy’s versie van Bob Iver’s Skinny Love is waarschijnlijk de meest ingetogen song op dit debuut en hiertegenover staat een behoorlijk vol klinkende versie van Young Blood van The Naked & Famous. De muziek klinkt vaak wat donker en dreigend en dit contrasteert prachtig met de aparte stem van Birdy. Het is een stem die veelkleurig en wat onvast is, waardoor alle songs op de plaat een ander karakter krijgen. Het meisjesachtige in de stem van Birdy slijt er de komende jaren vast nog wel af, maar voorlopig beschikt ze over een behoorlijk uniek stemgeluid, waardoor haar vertolkingen van de songs van anderen absoluut meerwaarde krijgen. Niet iedereen zal de onvaste stem van Birdy kunnen waarderen, maar wanneer ze je raakt blijkt het debuut van de Britse tiener al snel behoorlijk onweerstaanbaar. Birdy heeft een hele sterke plaat gemaakt waarop als je het mij vraagt niet zo heel veel valt af te dingen. Voor het beste resultaat vergeet je de eerste drie zinnen van deze recensie, zodat je onbevangen en onbevooroordeeld kunt luisteren naar de intieme popliedjes van Birdy. Grote kans dat dit enorme talent je genadeloos weet in te pakken. Erwin Zijleman

09 november 2011

Neal Casal - Sweeten The Distance

Neal Casal dook halverwege de jaren 90 op als soloartiest, maar de meeste mensen zullen hem vooral kennen als voorman van The Cardinals, de band van Ryan Adams, of misschien van de gelegenheidsband Hazy Malaze. Dat is jammer, want de soloplaten die Neal Casal tot dusver afleverde zijn stuk voor stuk van hoog niveau. Nu Ryan Adams The Cardinals schijnbaar heeft opgedoekt en we al lang niets van Hazy Malaze hebben gehoord, kan Neal Casal zich weer volledig storten op zijn solocarrière en dit levert, vlak na de release van de nieuwe plaat van Ryan Adams, een nieuwe plaat van de singer-songwriter uit New Jersey op. Sweeten The Distance is de opvolger van het in 2009 verschenen Roots And Wings; een plaat die ik op deze BLOG schaarde onder de betere rootsplaten van het betreffende jaar. Ook Sweeten The Distance vind ik weer een hele goede plaat. Het is een wat ambitieuzere plaat dan we van Neal Casal gewend zijn, al moeten de verschillen met de vorige platen van Neal Casal niet worden overdreven. Sweeten The Distance klinkt hooguit wat voller en geproduceerder dan de meeste van zijn voorgangers. In muzikaal opzicht is er niet zoveel veranderd. Ook op Sweeten The Distance maakt Neal Casal weer muziek die zich vooral heeft laten inspireren door de Amerikaanse folkrock en countryrock uit de vroege jaren 70. Zoals gewoonlijk wisselt Casal net wat stevigere rocksongs af met meer ingetogen ballads en zoals altijd klinkt het allemaal smaakvol en authentiek. Neal Casal moet met vrijwel al zijn platen vechten tegen de kritiek dat het allemaal al eens eerder en beter is gedaan en ik vrees dat dit ook met Sweeten The Distance weer het geval zal zijn. Daar is aan de ene kant wel iets voor te zeggen, want in hoeverre is het mogelijk om in de buurt te komen bij grote voorbeelden als Gram Parsons, The Flying Burrito Brothers en Neil Young. Aan de andere kant moeten we niet met twee maten meten, want er zijn de afgelopen jaren nogal wat platen bejubeld waarop inspiratiebronnen ook zonder enige gêne werden geëerd. Wat ik belangrijk vind is dat ik muziek mooi vind en dat muziek mij raakt. Sweeten The Distance van Neal Casal voldoet wat mij betreft ruimschoots aan beide voorwaarden. Net als op al zijn vorige platen maakt Neal Casal op Sweeten The Distance mooie folkrock en countryrock die weliswaar nadrukkelijk is geïnspireerd door zijn helden uit het verleden, maar ook iets toevoegt aan de erfenis van weleer. Casal is en blijft als je het mij vraagt een van de smaakmakers in het genre en heeft ook nog eens een van zijn betere platen afgeleverd. Een aanrader dus. Erwin Zijleman

08 november 2011

Markéta Irglová - Anar

De Tsjechische zangeres Markéta Irglová maakte met haar vertolking van een song (Star Star) van de Ierse band The Frames op hele jonge leeftijd een verpletterende indruk op Frames voorman en zanger Glen Hansard. De jonge Tsjechische stond een aantal keren met de, met name in Ierland razend populaire band op het podium en debuteerde samen met Hansard op het witte doek in een Ierse cultfilm (Once). Het leverde niet alleen een mooie film en een aantal memorabele concerten op, maar ook een bloeiende romance en een interessant muzikaal samenwerkingsverband. Markéta Irglová en Glen Hansard maakten als The Swell Season twee hele mooie platen, waarvan de laatste (het uit 2009 stammende Strict Joy) verscheen nadat de relatie van de twee op de klippen was gelopen. Hoewel het in eerste instantie de bedoeling was om de muzikale samenwerking te continueren, duikt Markéta Irglová nu met Anar in haar uppie op. Het levert een plaat op die behoorlijk ver is verwijderd van de muziek van The Swell Season. Waar de muziek van The Swell Season het voor een belangrijk deel moest hebben van de dynamiek en interactie tussen Markéta Irglová en Glen Hansard en werd gedomineerd door het charisma en de geldingsdrang van de laatste, is Anar een uiterst sobere plaat, waarop Markéta Irglová voornamelijk sobere songs vertolkt. De meeste songs op de eerste soloplaat van Markéta Irglová moeten het doen met de breekbare vocalen van de Tsjechische en intieme pianoklanken; slechts een zeer beperkt aantal songs laat een wat voller geluid horen. Omdat Markéta Irglová niet vies is van een flinke portie melancholie, laat Anar zich beluisteren als een breakup-plaat. Het is me een plaat die me, om uiteenlopende redenen, doet denken aan platen van Joni Mitchell, Natalie Merchant, Suzanne Vega en de Zweedse Sophie Zelmani. Net als Joni Mitchell heeft Markéta Irglová een voorliefde voor ambachtelijke folksongs met inhoud, met Natalie Merchant deelt ze de onderhuidse passie, net als Suzanne Vega flirt de Tsjechische zo nu en dan met lichtvoetige pop en tenslotte slaagt ze er in om net zo diep te ontroeren als Sophie Zelmani op haar breakup plaat Precious Burden (absoluut één van mijn favorieten). Ik geef eerlijk toe dat ik in eerste instantie de wat meer extraverte bijdragen van Glen Hansard mistte op deze plaat, maar Anar is absoluut een plaat die je steeds dierbaarder wordt. Het is een plaat vol intieme luisterliedjes die maar blijven groeien wanneer je maar de tijd neemt voor deze plaat. Nadat Markéta Irglová haar ziel heeft blootgelegd op Anar is de tijd nemen voor deze plaat als je het mij vraagt het minste dat je kunt doen. Je wordt er nog rijkelijk voor beloond ook. Erwin Zijleman

07 november 2011

Miranda Lambert - Four The Record

De Texaanse singer-songwriter Miranda Lambert wordt in de Verenigde Staten zo langzamerhand gerekend tot de groten (zeker nu ze is getrouwd met countryster Blake Shelton en met het zijuitstapje Pistol Annies de eerste plaats van de Amerikaanse charts wist te bereiken), maar is in Europa nog altijd volslagen onbekend. Persoonlijk was ik zeer gecharmeerd van haar vorige drie platen en met name van het geweldige Crazy Ex-Girlfriend uit 2007. Het zijn platen waarop Miranda Lambert traditioneel aandoende country met een rauw randje maakt; muziek die als je het mij vraagt niet zo gek ver is verwijderd van de alternatieve country die hier wel in brede kring wordt bejubeld. Ik verwacht niet dat Miranda Lambert hier met haar vierde plaat Four The Record opeens potten gaat breken, maar wat is het weer een goede plaat. Het is een plaat waarop Miranda Lambert vooral laat horen hoe veelzijdig ze inmiddels is. Waar ze het, net als soortgenoot Gretchen Wilson, op haar eerste platen vooral moest hebben van zoete country met randje trailer trash, kan Miranda Lambert op Four The Record uit de voeten in meerdere genres en vermengt ze haar country afwisselend met rock, pop, folk, blues, honky tonk en soul. Net als haar vorige platen bevat Four The Record een mix van eigen songs en songs van anderen, waarbij de balans dit keer in het voordeel van de songs van anderen doorslaat. Hieronder bijzondere vertolkingen van Gillian Welch’s Miss Ohio (op Crazy Ex-Girlfriend ging Miranda Lambert al aan de haal met haar Dry Town) en Oklahoma Sky van Allison Moorer. Met name in de songs waarin Miranda Lambert in vocaal opzicht van leer trekt is de verwantschap met Allison Moorer overigens groot, al kan de Texaanse dit keer ook zwoel verleiden als Taylor Swift,  de soul van Shelby Lynne opzoeken of je een veeg uit de pan geven zoals Gretchen Wilson dat zo goed kan. Voor het feit dat we in Europa de neus ophalen voor muzikanten die het goed doen in de Amerikaanse country charts valt meestal wel wat te zeggen, maar het negeren van Miranda Lambert kan ik alleen maar zien als kortzichtigheid en vooral als een groot onrecht. Lambert heeft inmiddels vier uitstekende platen op haar naam staan en wordt alleen maar beter. Iedereen die op zoek gaat naar de prima plaat van Shelby Lynne die ik vorige week besprak, adviseer ik dan ook nadrukkelijk om het prachtige Four The Record van Miranda Lambert er direct bij te nemen. Je zult er geen spijt van krijgen. Erwin Zijleman

06 november 2011

Florence & The Machine - Ceremonials

Florence & The Machine werd aan het eind van 2008 omarmd door de critici en op basis van vrijwel niets uitgeroepen tot een van de sensaties van 2009. De band rond Florence Welch maakte dit in de zomer van 2009 met haar debuut Lungs nog waar ook en veroverde na Engeland ook snel de rest van Europa. Vaak zijn de critici een stuk minder scheutig met superlatieven wanneer muzikanten de belofte eenmaal hebben ingelost en dit geldt ook voor Florence & The Machine. Ceremonials, de tweede plaat van de band (tussendoortje Between Two Lungs niet meegerekend) wordt tot dusver nogal lauwtjes ontvangen en hier en daar zelfs bestempeld als totale mislukking. Ik begrijp daar helemaal, maar dan ook helemaal niets van, want als je het mij vraagt is Ceremonials een fantastische plaat, die de vergelijking met Lungs met gemak aan kan. Ook op Ceremonials maakt Florence & The Machine weer muziek die uitnodigt tot het noemen van namen. AllMusic.com komt op de proppen met het volgende lijstje: PJ Harvey, Patti Smith, Kate Bush, Nina Hagen, Debbie Harry, Toyah Willcox, Siouxsie and the Banshees en Goldfrapp. Ik vind het met uitzondering van Nina Hagen en Debbie Harry eigenlijk wel een mooi lijstje en vind met name het noemen van Toyah Willcox (wie kent haar nog?) een vondst. In plaats van de twee geschrapte namen wil ik Adele, A Fine Frenzy en Feist zeker nog toevoegen, maar dit moet het zo ongeveer wel zijn. Iedereen die de muziek van Florence & The Machine niet kent, heeft nu hopelijk enig idee welke kant het op gaat, al doe ik de muziek van Florence & The Machine absoluut geen recht met slechts het noemen van een lijstje met namen. Ceremonials ligt wat mij betreft voor een belangrijk deel in het verlengde van Lungs, maar is wel veel zwaarder aangezet. Florence & The Machine pakt op Ceremonials zowel in vocaal als muzikaal opzicht flink uit en is niet bang voor overdaad en bombast. Topproducer Paul Epworth (Bloc Party, Kate Nash, Maximo Park, Friendly Fires en natuurlijk Adele) doet hier vrolijk aan mee en verrast met een muur van geluid waarvoor Phil Spector zich niet zou hebben geschaamd en vermoedelijk van droomt in zijn Californische cel. Ceremonials is duidelijk geïnspireerd door muziek uit de jaren 80, maar flirt hiernaast opzichtig met muziek die tegenwoordig potten breekt. De hier en daar geuite kritiek dat Florence & The Machine is gezwicht voor de commercie wil ik echter direct weerleggen. Ceremonials is immers zeker geen makkelijke plaat. De meeste songs op de plaat zijn zwaar en donker en hebben een wat grillige structuur. Ceremonials is een plaat die weliswaar als een stoomwals over je heen dendert met zijn muur van geluid, maar uiteindelijk zijn het de details die van de tweede van Florence & The Machine zo’n goede plaat maken. Florence & The Machine neemt je op Ceremonials mee op een muzikaal avontuur dat direct spannend is en indruk maakt, maar pas na verloop van tijd begint te imponeren. Laat de critici maar kletsen, Ceremonials van Florence & The Machine is een mooie, avontuurlijke, veelzijdige en indrukwekkende plaat die goed laat horen waarom we deze band twee jaar geleden zo enthousiast hebben onthaald. Een totale mislukking? Nee. Een van de grote platen van 2011? Ja. Punt. Erwin Zijleman

04 november 2011

U2 - Achtung Baby, 20th Anniversary Editions

In de jaren 80 werd het fenomeen stadionconcert misschien niet geboren, maar kwam het wel tot volle wasdom. De stadions werden gevuld door onder andere Bruce Springsteen, Prince, Madonna en Michael Jackson, maar ook twee bands die aan het begin van de jaren 80 nog genoegen moesten nemen met de kleinere zalen, wisten gedurende het decennium de sprong naar het stadion te maken. Ik heb het natuurlijk over U2 en de Simple Minds. Beide bands reikten in de tweede helft van de jaren 80 tot grote hoogten, maar toen het einde van het decennium naderde kwam er zand in de machines. De Simple Minds kwamen de terugval eigenlijk nooit meer te boven en kwamen snel terecht in het ouwe lullen circuit (Night of the Proms). U2 zat na het tegenvallende Rattle & Hum twee jaar in zak en as, ging er hierna nog ruim een jaar tussenuit en keerde vervolgens aan het eind van 1991 terug met Achtung Baby. Het is misschien wel de beste plaat die U2 zou maken en in ieder geval één van de beste (zelf vind ik The Joshua Tree meestal net iets beter). Achtung Baby viert dit jaar al weer zijn twintigste verjaardag en dat moet natuurlijk gevierd worden met prachtige heruitgaven. De vinyl freak kiest voor de 4 LP versie, de nieuwsgierige fan voor de 2 cd versie met bonus tracks, de wat minder draagkrachtige muziekliefhebber voor de fraai geremasterde 1 cd versie en de ware fan voor de extra luxe versie die bestaat uit maar liefst 6 cd’s en 4 DVD’s (!). Een ieder die zich graag beperkt tot de essentie kan met een gerust hart kiezen voor de eenvoudigste versie, want de heruitgave van Achtung Baby is het onbetwiste hoogtepunt op het verjaardagsfeestje van de plaat. Waar U2 aan het eind van de 80 opzichtig flirtte met Amerikaanse rootsmuziek, koos het op Achtung Baby weer volledig voor de Europese rockmuziek. De plaat werd opgenomen in de fameuze Hansa Studios in Berlijn met wederom Brian Eno en Daniel Lanois achter de knoppen. De stad stond op zijn kop door de val van de muur en de tomeloze energie die Berlijn aan het begin van de jaren 90 uitstraalde hoor je terug op de plaat. Op Achtung Baby neemt U2 afstand van de weg die het op The Joshua Tree was ingeslagen, maar de plaat is zeker geen fantasieloze terugkeer naar het vertrouwde geluid van de band. Achtung Baby heeft zich flink laten beïnvloeden door op dat moment nieuwe bands als My Bloody Valentine en de bands uit de Manchester scene en verwerkt hiernaast flink wat invloeden uit de dance en psychedelica. Het levert een rauw en opwindend geluid op dat twintig jaar later nog niet aan kracht heeft ingeboet. Ik had de plaat al een hele tijd niet meer gehoord en was verrast door de urgentie die songs als The Fly, Who’s Gonna Ride Your Wild Horses, Mysterious Ways en One nog altijd uistralen. Dit geldt eigenlijk voor vrijwel alle tracks op een plaat die zich inmiddels laat beluisteren als een klassieker uit de geschiedenis van de rockmuziek. Dan de extra’s. Een ieder die kiest voor de meest luxe versie krijgt 5 cd’s cadeau met remixen, alternatieve versies, bonustracks en de opvolger van Achtung Baby, het veel minder memorabele Zooropa. Er staan absoluut mooie dingen op, maar komt het in de buurt van Achtung Baby? Nee. De bijgevoegde cd’s zijn daarentegen weer wel deels de moeite waard. Zo is er een DVD met de prachtige documentaire From The Sky Down - A Documentary en is er een DVD gevuld met opnamen van de baanbrekende Zoo TV tour; een van de meest baanbrekende concertseries uit de geschiedenis van de popmuziek. Welke versie je ook kiest, één ding is zeker: Achtung Baby mag in geen enkele muziekverzameling ontbreken. Erwin Zijleman

03 november 2011

Dear Reader - Idealistic Animals

Idealistic Animals van Dear Reader lag al een hele tijd geduldig op de stapel en leek daar niet meer van af te komen. Het is een plaat waarover je eigenlijk niets hoort of leest en meestal zegt dat wel wat. Ik ben heel blij dat ik de plaat uiteindelijk toch nog een kans heb gegeven, want de tweede plaat van de band rond de oorspronkelijk uit Zuid-Afrika afkomstige Cherilyn MacNeil is verrassend leuk. MacNeil is inmiddels uitgeweken naar Berlijn en dat hoor je op Idealistic Animals. Dear Reader is hoorbaar beïnvloed door de elektronische muziek die zo goed gedijt in de Duitse hoofdstad, maar citeert hiernaast nadrukkelijk uit de archieven van de pop en rock. Idealistic Animals is op het eerste gehoor een plaat met lekker in het gehoor liggende popliedjes. Cherilyn MacNeil beschikt over een aangenaam stemgeluid dat makkelijk verleidt en betovert. Het is een meisjesachtig stemgeluid dat heerlijk kan fluisteren, maar ook kan uithalen wanneer dat nodig is. Over het algemeen laat Cherilyn MacNeil de uitbarstingen echter aan de avontuurlijke en bij vlagen zeer volle instrumentatie met hier en daar flink wat blazers en strijkers. Idealistic Animals is bij herhaalde beluistering een plaat vol verrassingen. De muziek van Dear Reader klinkt zoals gezegd behoorlijk toegankelijk, maar toch zitten alle songs vol verrassingen en volgt slechts een enkele song de richtlijnen voor het maken van een succesvol popliedje. Idealistic Animals is een conceptplaat waarop Cherilyn MacNeil zoekt naar de zin van het leven (en niet vindt). MacNeil heeft haar geloof afgezworen en staat er opeens alleen voor, wat van Idealistic Animals in feite een break-up plaat maakt. Zo klinkt de plaat wat mij betreft ook, want ondanks het feit dat er een aantal behoorlijk uitbundige popliedjes op Idealistic Animals staan, blijft het toch een plaat die je met een wat melancholisch gevoel achter laat. Het is een plaat die aan de ene kant op van alles en nog wat lijkt, waardoor de muziek van Dear Reader direct bekend in de oren klinkt, maar aan de andere kant heeft de band een origineel geluid dat me eigenlijk aan niets doet denken. Idealistic Animals van Dear Reader is mede hierdoor een sprankelende plaat vol avontuur die momenteel misschien niet veel aandacht krijgt, maar echt behoort tot de leukere releases van de afgelopen tijd. Erwin Zijleman

02 november 2011

Shelby Lynne - Revelation Road

Shelby Lynn Moorer is de oudere zus van singer-songwriter Alison Moorer en maakt als Shelby Lynne inmiddels al meer dan 20 jaar platen. Toen ze in 2000 doorbrak met het geweldige I Am Shelby Lynne en zelfs een Grammy voor de beste nieuwe artiest in ontvangst mocht nemen, had Shelby Lynne al een handvol platen op haar naam staan, die met name in contemporary country kringen goed werden ontvangen. Met I Am Shelby Lynne stond ze opeens in de belangstelling van een breed en groot publiek, maar deze belangstelling was al weer verdwenen toen ze een jaar na I Am Shelby Lynne met het wanstaltige Love, Shelby op de proppen kwam. Sindsdien doet Shelby Lynne geen enkele poging meer om bij het grote publiek in de smaak te vallen, maar levert ze wel, vrijwel geruisloos, de ene na de andere prachtplaat af. Identity Crisis (2003), Suit Yourself (2005), Just A Little Lovin' (2008) en Tears, Lies And Alibis (2010) zijn allemaal platen die zich kunnen meten met het beste dat in het rootssegment verschijnt en ook het onlangs verschenen Revelation Road is weer een geweldige plaat. Sinds Shelby Lynne zich niet meer druk maakt om de mening van het grote publiek, maakt ze behoorlijk ingetogen platen. Revelation Road is van al deze platen de meest ingetogen, de meest sobere (de instrumentatie beperkt zich in de meeste gevallen tot akoestische gitaar) en wat mij betreft ook de meest indrukwekkende. Bij beluistering van Revelation Road valt me voor het eerst op hoeveel de stemmen van Shelby Lynne en Alison Moorer op elkaar lijken, ook al zet Alison Moorer het gas er over het algemeen flink op en houdt Shelby Lynne het, zeker op Revelation Road, klein. Op Revelation Road laat Shelby Lynne horen dat ze uitstekend uit de voeten kan in uiteenlopende genres, variërend van soul, gospel en jazz tot folk, blues en country. Revelation Road is een intieme en persoonlijke plaat, waarop Shelby Lynne zelfs de afschuwelijke gebeurtenis uit haar jeugd (haar vader vermoorde de moeder van Shelby en Allison en pleegde voor hun ogen zelfmoord) niet meer uit de weg gaat, wat een bijzonder indrukwekkende song oplevert. Er staan op Revelation Road flink wat songs die veel indruk maken. Shelby Lynne doet op Revelation Road precies waar ze zelf zin in heeft en stort flink wat emoties over de luisteraar uit. Ik ben al heel wat jaren fan van Shelby Lynne en schaar flink wat van haar platen onder het beste in mijn platenkast, maar Revelation Road vind ik nog een stuk indrukwekkender. Revelation Road is een ontspannen en veelzijdige rootsplaat vol emotie. Het is een plaat die keer op keer goed is voor kippenvel en dat inmiddels al een week of wat. Verplichte kost voor iedere liefhebber van vrouwelijke singer-songwriters in het rootssegment. Erwin Zijleman